FAQ

1. Wat kan ik doen als mijn kind al elf jaar of ouder is?

Uw kind valt dan niet onder de dyslexieregeling in de basisvergoeding. Als u aanvullend verzekerd bent, kunt u wel bij uw verzekering informeren of er vergoeding gegeven kan worden uit de aanvullende verzekering. Een aantal verzekeraars hebben dit in de polisvoorwaarden staan. Anderen willen nog wel eens 'uit coulance' wat vergoeden.
 

2. Mijn kind wordt al heel snel elf jaar. Wat nu?

Meld uw kind zo snel mogelijk aan bij een dyslexiepraktijk die waarschijnlijk vergoed zal worden (bijv. een praktijk die aangesloten is bij het NRD, zie www.nrd.nu). De zorg moet namelijk beginnen voor uw kind tien jaar is geworden. 'Beginnen' betekent: de leerling moet aangemeld zijn door de GZ-psycholoog of Orthopedagoog-generalist van de dyslexiepraktijk voor vergoeding.

De vergoedingsregeling wordt gefaseerd ingevoerd.

Leeftijd bij aanvang van de zorg:

2011        7,8,9 of 10 jaar

2012        7,8,9,10 of 11 jaar

2013        7 jaar of ouder

3. Wat als de school niet aan ernstige dyslexie denkt?

U kunt uw kind alleen maar aanmelden als de school een compleet leerling-dossier afgeeft waarin duidelijk wordt gemaakt dat zij ernstige dyslexie vermoeden. Ook moet het duidelijk zijn dat de school langdurige en intensieve speciale begeleiding heeft gegeven (minstens drie keer per week, in een klein groepje).

De school kan geen leerling-dossier voorbereiden als de leerling niet bij de zwakste 10-15% lezers en spellers behoort. Voor leerlingen die niet tot deze zwakste groep behoren is de regeling namelijk niet bedoeld: de ziektekostenvergoeding is alleen voor de allerernstigste gevallen. Bij kinderen met minder ernstige dyslexie zou de school met behulp van de dyslexieprotocollen voor het basisonderwijs voldoende hulp moeten kunnen bieden.

Meent u als ouder dat u toch meer hulp wilt dan de school kan bieden? Dan zult u zelf een dyslexiebegeleiding moeten zoeken. Deze zult u (normaal gesproken) zelf moeten betalen.

4. Hoe moet het leerling-dossier er uit zien?

Dit moet een tamelijk uitgebreid dossier zijn, met onder andere:

  • basisgegevens uit het leerlingvolgsysteem;
  • beschrijving van het lees- en spellingprobleem;
  • signalering lees- en spellingproblemen: datum, toets (criteria, score), afgenomen door;
  • omschrijving van de extra begeleiding (doelen, duur, inhoud, organisatievorm, begeleider);
  • resultaten van de extra begeleiding en beschrijving van gebruikte toetsen en normering;
  • vaststelling toenemende achterstand ten opzichte van de normgroep, met vermelding van gebruikte toetsen en normcriteria;
  • argumentatie voor het vermoeden van ernstige dyslexie: aantonen van didactische resistentie na geboden begeleiding van voldoende intensiteit en kwaliteit;
  • indien bekend, vermelding en beschrijving van eventuele andere (leer)stoornissen;
  • Het dossier wordt getekend door de directeur namens het bevoegd gezag.

5. Wat als de school geen leerling-dossier kan aanleveren dat aan de voorwaarden van de regeling voldoet?

Dan kan de leerling niet worden aangemeld. Als een school echt tekortschiet wat betreft het lees- en spellingonderwijs en/of de extra begeleiding voor de leerlingen die extra hulp nodig hebben, is verwijzing naar de 'zorg' niet mogelijk. Ouders zullen bij de school en eventueel bij de schoolinspectie moeten aandringen op verbetering van het onderwijs.

6. Is mijn kind alleen dyslectisch als hij/zij aan de criteria voor de dyslexieregeling van de ziektekostenverzekering voldoet?

Nee, vergoeding via de basisverzekering staat los van het hebben van dyslexie. Er wordt er van uit gegaan dat leerlingen met een niet al te ernstige dyslexie voldoende geholpen kunnen worden op school. De praktijk is dat als scholen hun leesonderwijs en extra begeleiding perfect in orde hebben (met behulp van de dyslexieprotocollen en middelen als taal-in-blokjes: www.taalinblokjes.nl) er nog maar zeer weinig leerlingen uitvallen: ongeveer één per klas.

Leerlingen met een lichte dyslexie en met een goede intelligentie hebben vaak helemaal geen extra hulp nodig op de basisschool. Toch kunnen zij op het voortgezet onderwijs toch dyslectisch blijken te zijn. Hoewel ze misschien nooit tot de zwakste 25% van de groep hebben behoord, kan het lezen en spellen op het voortgezet onderwijs toch problemen opleveren. Bij onderzoek is het lezen en spellen bij deze leerlingen vaak niet geautomatiseerd. Het leestempo is dan vaak traag en weinig nauwkeurig en er worden veel spellingfouten gemaakt in proefwerken en werkstukken. Het leren van vreemde talen kost dan vaak erg veel moeite.

Alle kinderen waarbij dyslexie gediagnosticeerd is, hebben recht op een dyslexieverklaring. Uiteraard zal er in de dyslexieverklaring voor een kind met een lichte dyslexie minder hulpmiddelen en faciliteiten worden gevraagd dan voor een kind met een ernstige dyslexie.

7. De lees- en spellingproblemen zijn niet ernstig genoeg en de school wil mijn kind niet laten testen. Wat nu?

De basisschool heeft maar een beperkt budget om leerlingen te laten testen. Ze zal er voor kiezen dit te besteden aan de leerlingen waarvoor zo'n onderzoek het meest nodig is. Als uw kind niet tot die groep behoort, maar u wilt toch een onderzoek, dan kunt u uw kind op eigen kosten laten onderzoeken op dyslexie.

8. De lees- en spellingproblemen zijn bij mijn kind niet ernstig genoeg. Toch wil ik een dyslexieonderzoek
laten doen. Kan dat?

Dyslexiepraktijken zullen in 2013 uiteraard ook onderzoeken doen in opdracht van ouders, zonder dat deze het onderzoek vergoed krijgen. Bij minder ernstige problemen kan het diagnostisch onderzoek wat minder uitgebreid zijn dan in geval van een ernstige problematiek.

9. Wie maakt de keuze voor de dyslexiepraktijk, de ouders of de school?

De ouders maken de keuze met welke praktijk ze in zee willen gaan. Dit is in de gezondheidszorg ook zo: u kunt zelf uw fysiotherapeut, tandarts of ziekenhuis kiezen.

Een voorwaarde voor vergoeding is wel dat de ziektekostenverzekering een contract met de gekozen praktijk heeft afgesloten. Uw verzekering kan u hierover duidelijkheid geven.

Scholen kunnen ouders uiteraard wel adviseren bij de keuze van een dyslexiepraktijk. De school kan kennis hebben over de resultaten die de praktijk eerder met hun leerlingen bereikte. Ook ervaringen in de samenwerking met de praktijk kunnen bij advisering een rol spelen.

10. Wat als ouders niet vier keer per week kunnen of willen oefenen?

Dan zal een dyslexiebehandeling tot onvoldoende resultaten leiden. Als er geen oplossing voor het oefenen kan worden gevonden, dan zal er met de behandeling worden gestopt, hoe sneu dit voor de betreffende leerling ook is...

PEP-Wiersma zal in zulke gevallen met de ouders/verzorgers en de school in overleg treden om een oplossing te vinden waarbij er toch voldoende individuele oefening kan zijn.